15-09-2017 HB-Café Delft: Het belang van lichaamstaal in interactie; wat hoogbegaafden niet weten, maar wel doen

In Archief Delft by HB-Café Delft

Op 15 september jl. was er weer een uitverkocht HB-café in Delft. Deze keer begeleid door Joanne Spreij. Zij werkt met een methode die EBL heet en die uitgaat van de lichaamstaal die vanzelf ontstaat. Deze methode is bedacht door Marijke Rutte Saris. Iedereen heeft lichaamstaal en daarvan zijn we ons vaak niet bewust, dat geldt ook voor hoogbegaafden. Vaak ervaren deze problemen in de interactie met andere mensen en we gaan tijdens deze avond onderzoeken of het beter kennen van je lichaamstaal daarin verandering zou kunnen brengen.

Bij EBL wordt er van diverse stadia uitgegaan die gebaseerd zijn op de gewone ontwikkeling van het kind. Tussen 0 en 5 jaar is er ontwikkeling in de interactie en dat ziet er ongeveer zo uit:
0-1 jaar .. Afstemming
1-2 jaar .. Beurtwisseling
2-3 jaar .. Uitwisseling
3-4 jaar .. Speldialoog
4-5 jaar .. Taak/thema

Joanne gaat vervolgens wat dieper in op de verschillende stadia, die lagen worden genoemd.

AFSTEMMING:
Dit is het belangrijkste stuk. Het gaat hierbij om in hetzelfde ritme, hetzelfde doen.
Baby’s gaan van nature afstemmen om interactie uit te lokken. Wanneer de volwassene reageert door mee te bewegen (meebewogen zijn) dan geeft dat het kind een gevoel van veiligheid, Er is interactie op het niveau dat de baby begrijpt. Baby’s moeten ook leren om niet altijd meebewogen te zijn. Ze leren dan de prikkelbeweging te reguleren en dat is AFSTEMMING. Je moet ook met jezelf meebewogen zijn, dat doe je door tussendoor pauzes in te lassen. Deze pauzes zijn belangrijk om weer bij jezelf te komen. Dit stuk is heel goed actief te oefenen. Onthoudt daarbij dat ritme is timing plus pauze.

BEURTWISSELING:
Hierbij gaat het om intens hetzelfde te doen, ná elkaar. Hierbij zijn er ook ritmische pauzes.
Het wordt nu intenser, omdat er bij het kind een fysieke ontwikkeling plaatsvindt.

UITWISSELING
In deze laag wordt er tijdens de beurtwisseling en kleine passende variatie toegepast.

SPELDIALOOG:
Spelen met verwachtingen die voortkomen uit de bekende uitwisselingen. Hoe dat in zijn werk gaat wordt in dit filmpje geïllustreerd: https://www.ted.com/talks/bobby_mcferrin_hacks_your_brain_with_music

TAAK/THEMA:
In deze laag zal een kind een opgegeven taak uitvoeren. Hierbij gaat het ook om taalbegrip.
Wanneer eerdere lagen niet helemaal goed gegaan zijn in de ontwikkeling dan komt deze los te staan van de rest. Er is dan wel taal maar het kind weet eigenlijk niet wat het zegt.
Nu konden we het zelf gaan ervaren. In tweetallen gingen we op een groot vel tekenen. De een was de leider en de ander ging volgen. Hierbij konden we goed oefenen wat AFSTEMMING betekent en hoe het voelt. Het was niet iedereen gelijk duidelijk wat de bedoeling was, maar toen dat eenmaal was verholpen kon iedereen aan de slag met voelen hoe dat nou is om er bewust mee bezig te zijn. Een van de eindconclusies was dat het heel vervelend voelt wanneer de volger ineens iets heel anders ging doen.
Na de pauze ging Joanne dieper in op het HB stuk. Zijn er wellicht speciale eigenschappen bij HB-ers die invloed hebben op de ontwikkeling van deze interactieve structuren? Joanne denkt dat dit wel zo is. Er moet echter wel onderzoek naar gedaan worden, want op dit moment is dat er nog niet.

De volgende eigenschappen van HB-ers zouden ermee te maken kunnen hebben:
1. Autonomie:
In de afstemmingslaag zal het kind wellicht snel de leiding nemen en daardoor minder meebewogen zijn met de ander. Wanneer de autonomie wordt geremd dan zal er een overlevingsmechanisme van afstemming ontstaan. Dit past dan wellicht niet bij het kind.
2. Intensiteit:
Het is makkelijker voor een snelle loper om langzaam te gaan lopen dan andersom. Dit betekent dat het voor iemand met een hoge intensiteit “makkelijker” is om deze te remmen dan andersom. Het advies is om die activiteiten te zoeken waarin je elkaar kunt vinden.
3. Creativiteit:
Afstemming een beurtwisseling is niet wat het contact leuk maakt. Daarna wordt het pas leuk want dan kan de creativiteit om de hoek komen kijken. HB-ers lopen waarschijnlijk daarom snel door die twee eerste lagen heen.

Er komt een vraag vanuit de zaal over hechtingsproblematiek. Volgens Joanne ligt de basis hiervan in de 1e laag. Mensen met een hechtingsstoornis zijn wel in staat om het contact te voelen, maar hebben moeite om dat te laten zien of slechts een heel kort moment. Het moment van synchroniseren voelt dan al te pijnlijk.

Tot slot nog de vraag: Wat kunnen we doen?

Joanne noemt:
• Ga dingen doen, dan zit je al sneller op het lichamelijke en zo kan je het contact via de lichaamstaal bevorderen;
• Peergroups opzoeken
• Nu je weet van het fysieke stuk kan je er anders naar kijken en keuzes gaan maken.

Uit de groep komen de volgende punten:
• Dansen/acteren is ook heel erg lichamelijk en daardoor heel interessant voor het ontstaan van interactie;
• Reizen en contact met heel verschillende culturen. De taal is dan vaak lastig en valt dan weg. Interactie op het lichamelijke blijft dan over;
• Goed voor jezelf zorgen door in de pauzemomenten jouw ding te doen;
• Jezelf toestemming geven..

Het was een interessante en leerzame avond!
Verslag door : Pauline Coret